Voeding (aantal en hoeveelheid der maaltijden) - In ons land gebruikt men meestal drie hoofdmaaltijden, twee maaltijden met koude gerechten en een warmen maaltijd. In Frankrijk bestaat het ontbijt meestal alleen uit brood, boter, thee of koffie. Het zwaartepunt van de voeding ligt eerst veel later op den dag. In Engeland daarentegen wordt veel „steviger” ontbeten.
In andere streken heerschen weer andere, afwijkende gewoonten, eenige regel bestaat er in dat opzicht niet en alle veronderstellingen omtrent de oorzaak zijn onlogisch en zonder grond. De traditie is hierbij een niet te verwaarloozen factor. In ons land wordt door de plattelandsbevolking en veelal ook door de handarbeiders, de tweede maaltijd midden op den dag gebruikt. In de steden gebruikt de volksklasse tegenwoordig vaak den warmen maaltijd tegen het einde van den dag. Tusschenmaaltijden worden zelden genomen, alleen bij de boeren, waar de dagtaak soms zeer vroeg begint, wordt des morgens wel eens tweemaal gegeten.
De verhouding der verschillende voedingswaarden van ontbijt, koffiemaaltijd en middageten is gewoonlijk als 3 :3 :4. Ontbijt en lunch staan dus in voedingswaarde gelijk, 's middags wordt1/3 meer genomen. Het maximale volume van één maaltijd is ongeveer 900 cc meer „ruimte” mogen spijs en drank niet innemen. Natuurlijk geldt dit alleen voor korte maaltijden. Wanneer de voedselopname zich over langeren tijd uitstrekt, zooals dit aan diners het geval is, gelden weer geheel andere normen. Algemeen geldende waarden kunnen niet gegeven worden, alleen reeds niet door de omstandigheid, dat de eene spijs veel langer in de maag blijft dan de andere. Bekend is dat vloeistoffen, vooral wanneer ze geen geëmulgeerd vet bevatten, maar zeer kort in de maag blijven (bijv. water, mineraalwater, thee en koffie).
