Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Vleeschwinkels (en slachtplaatsen)

betekenis & definitie

Vleeschwinkels (en slachtplaatsen) - In de Vleeschkeuringswet worden de verschillende eischen genoemd waaraan de winkels, waarin vleesch verkocht wordt, moeten voldoen.

Vleeschwinkels mogen niet in open verbinding staan met woonvertrekken slachterijen, schaftlocalen, privaten, urinoirs, werkplaatsen ter bereiding van vleeschwaren, bewaarplaatsen van afvalproducten en stallen. Stoffen, die mogelijk aan vleesch een bijsmaak zouden kunnen geven, mogen in vleeschwinkels niet aanwezig zijn. In slagerswinkels mogen alleen vleesch, vleeschwaren en geconserveerde levensmiddelen in luchtdichte verpakking aanwezig zijn. Toonbanken, uitstalkasten, ijskasten, hakblokken en andere voorwerpen moeten in zuidelijken staat gehouden worden. Het winkelpersoneel moet zindelijk gekleed zijn en schoone handen hebben. In eiken slagerswinkel of in de onmiddellijke nabijheid daarvan, moet een waschgelegenheid zijn met zeep en handdoek. De haken waaraan het vleesch opgehangen wordt, moeten zindelijk en roestvrij zijn.

Omtrent bewaarplaatsen, slachtplaatsen, fabrieken van vleeschwaren enz. gelden soortgelijke bepalingen.

Vleeschbewaarplaatsen moeten droog en koel zijn. Ook deze mogen niet in onmiddellijke verbinding staan met woonvertrekken, schaftlocalen, privaten, urinoirs, darmschrapperijen of stallen. Stoffen, die aan het vleesch een onaangenamen geur zouden kunnen meedeelen, moeten afwezig zijn.

Ook voor fabrieken van vleeschwaren gelden behalve andere wettelijke voorschriften dergelijke eischen, ook ten aanzien van de kleeding en zindelijkheid van het personeel.

In vleeschwarenfabrieken mogen tijdens het bedrijf geen andere werkzaamheden verricht worden, dan die tot de uitoefening van het bedrijf behooren. Ook het slachten en het reinigen van darmen mag in fabrieken van vleeschwaren niet plaats hebben, dit dient dus in afzonderlijke localiteiten te geschieden. Personen lijdende aan een of andere besmettelijke ziekte zijn van het werken in vleeschwarenfabrieken uitgesloten. Ook aan koel-, vries- en pekelkelders worden overeenkomstige eischen gesteld. Er moet voldoende verlichting en ventilatie zijn. De vloeren moeten van een materiaal vervaardigd zijn, dat het vocht niet doorlaat. Er moet voldoende afvoer zijn voor het schrobwater.

Deze afvoerkanalen moeten met stankafsluiters afgesloten zijn. De localen en instrumenten moeten dagelijks na afloop der werkzaamheden schoongemaakt worden en in bedoelde perceelen moet deugdelijk drinkwater verkrijgbaar zijn. De daglichtvoorziening moet Zoodanig zijn, dat de keuring en andere controle mogelijk is zonder kunstlicht. De slachtlocalen moeten zoodanig gelegen zijn, dat de slachtingen van den openbaren weg niet zichtbaar zijn. De slachtdieren mogen niet gestald worden in dezelfde ruimte waar ze ook afgeslacht zullen worden. In een zelfde locaal mogen niet terzelfder tijd varkens en andere slachtdieren geslacht worden.

Door al deze regelingen is een strenge controle tijdens het slachten en de verdere behandeling van het vleesch mogelijk. Het heeft groote voordeelen, wanneer dit slachten in abattoirs geschiedt, omdat uit den aard der zaak bedoelde maatregelen dan nog strenger doorgevoerd kunnen worden en een voortdurende controle mogelijk is. Het vleesch wordt na de slachting door bevoegden gekeurd en van stempels of merkteekens voorzien (zie Vleeschkeuringswet).

< >