Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Sinaasappelen

betekenis & definitie

Sinaasappelen - De rijpe vrucht van den sinaasappelboom (Citrus aurantium), een gewas, dat overal in de sub-tropen aangeplant wordt en zich bijzonder goed leent voor variatie. De schil is bij de soorten, die bij voorkeur uitgevoerd worden, dik en bevat veel aetherische olie. Het sappige vruchtvleesch (eigenlijk is het vruchtpluis, wat men aan den vorm van de vezelstructuur nog duidelijk zien kan) is meestal in tien afdeelingen „partjes” verdeeld. Het bevat veel sap en suiker (10 %).

Bij Maltheser en Jericho-appels, is het celsap dikwijls gekleurd. Ook zijn er soorten zonder pit, bijv. de navelappels uit Californië, de sinaasappels van Majorca en de beroemde Jaffaappels. Doordat de oogst in de verschillende landen telkens op andere tijden valt, kunnen deze vruchten vrijwel het geheele jaar door geleverd worden; van belang is ook de oogst uit Brazilië en de Kaap. De gemiddelde samenstelling van het vruchtvleesch wordt als volgt opgegeven water 90 %, eiwit 0,5 % suiker 5 %, citroenzuur en citroenzure zouten 3 % ruwvezelstoffen 1,5 %, voedingszouten 0,5%.