Sherry, (waarschijnlijk een verbastering van Jerez, een uitvoerhaven), is wijn uit Andalusië. Hij wordt geoogst van een kalkrijken bodem en verkregen op de wijze waarop de meeste Spaansche wijnen bereid worden. Men laat de druiven indrogen, dan worden ze getreden en gekneusd, hetgeen meestal geschiedt met klompen, die met spijkers beslagen zijn. Op den most wordt een dun laagje gips gestrooid.
De most die verkregen wordt, laat men gisten op het fust. Deze gisting duurt ongeveer 3 weken en na afloop bedraagt het gehalte alkohol ongeveer 15 %. Door bijvoeging van wijnspiritus wordt de drank ten slotte op het verlangde alcoholgehalte gebracht. De fusten liggen in bepaalde wijnpakhuizen (Bodega) en rijpen ten slotte hierin tot handelssherry. Lichte sherry wordt op den langen duur meer donker van tint. Men onderscheidt twee typen:,,fino'' donkere soort en „oloroso" een meer vol type. De wijn wordt bewaard in vaten van kastanje- of van eikenhout; deze laatste wijze van bewaren wordt de beste geacht. Sherry is betrekkelijk duur, omdat er zoowel wijnaccijns als surtaxe voor alkohol van geheven wordt.
In Engeland worden de fusten, die gebruikt zijn voor het lageren van Sherry, bij voorkeur gebruikt voor het bewaren van whisky; dit schijnt van invloed te zijn op den geur van de whisky.
Sherry moet behalve aan de gewone eischen, die bij het artikel wijn genoemd zijn, voldoen aan de volgende eischen: het gehalte aan alkohol moet minstens 18 % bedragen, verder mag sherry alleen als zoodanig ingevoerd worden, wanneer een certificaat van oorsprong kan worden overgelegd.
