Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Papier (pak- en inwikkelpapier)

betekenis & definitie

Papier (pak- en inwikkelpapier) - De kwaliteit van het papier, dat dienen moet om verschillende etens- en drinkwaren in te hullen, wordt gewaarborgd door de eischen die voor de desbetreffende papiersoorten, omschreven zijn in het Papierbesluit. In de eerste plaats worden daar normen genoemd waaraan verschillende papiersoorten voor administratieve doeleinden moeten voldoen, echter ook aan het inpakpapier wordt aandacht besteed. Het is duidelijk, dat een deugdelijke kwaliteit hierbij van groote hygiënische beteekenis is, omdat de meeste spijzen en dranken in papier verpakt, afgeleverd zullen worden. Niet alleen, dat het uiterlijk van het papier veel zal bijdragen tot de beoordeeling van de waar, die erin verpakt is, maar ook de andere eigenschappen van dit materiaal als sterkte, doorlaatbaarheid, geurvrij zijn enz. zijn bij de aflevering van belang.

Voor verpakkingsdoeleinden komen allereerst in aanmerking: de pakpapieren en de kartons.

In het desbetreffende besluit worden o.a. genoemd: papier voor verpakking van zware voorwerpen. Dit moet een breeldengte hebben van 4000 m, het aantal keeren dubbelvouwen in zwakke richting, moet minstens 300 bedragen. De lijmvastheid moet groot zijn. Verder wordt genoemd, papier voor verpakking, die slechts eenmaal gébruikt behoeft te worden (dus het meeste inwikkelpapier, Zakjes enz.). Dit papier moet houtvrij zijn, de breeklengte moet minstens 2500 m bedragen. Het aantal keeren dubbelvouwen minstens 100, de lijmvastheid moet groot zijn. Papier voor gewone verpakking (bijv. het meeste winkelpapier). De breeklengte in zwakke richting moet minstens 1500 m bedragen, het aantal keeren dubbelvouwen minstens 30 en de lijmvastheid moet groot zijn. Behalve de gewone pakpapieren, worden nog genoemd pakpapieren die bijzonderen weerstand moeten bieden tegen vet de zoogenaamde „vetvrije papiersoorten”.

Allereerst worden onder deze rubriek genoemd de perkamentpapiersoorten, dit zijn de inwikkelpapieren voor levensmiddelen (boterham-papier). De breeklengte moet minstens 3000 m bedragen en het aantal keeren dubbelvouwen in zwakke richting minstens 20. Verder moet deze papiersoort vrij zijn van metaaldeeltjes, van zuur en alkali. In water oplosbare bestanddeelen mogen er niet in voorkomen, met uitzondering van glycerine. Het papier moet reukloos en giftvrij zijn, ondoordringbaar voor vet en water, terwijl er geen gaatjes in voor mogen komen. Als tweede kwaliteit wordt genoemd: het ongesatineerd vetdicht papier (het zoogenaamde „Ersatz”).

Deze papiersoorten moeten een gewicht hebben van 30 tot 70 g per vierkante meter. Ook dit papier moet vrij van houtvezel zijn, de breeklengte in zwakke richting moet minstens 4000 m, het aantal keeren dubbelvouwen in zwakke richting, moet minstens 100 bedragen. Ook het „Ersatz” moet vrij zijn van zuur en alkali. Oplosbare stoffen met uitzondering van sporen aluin, mogen niet aanwezig zijn. Verder moet het reuk- en giftvrij zijn, ondoordringbaar voor vet en vrij van gaatjes. Als laatste soort wordt genoemd en beschreven: het gesatineerd vetdicht papier (pergamijn genoemd).

Ook pergamijn wordt gebruikt voor het inwikkelen van levensmiddelen. Dit papier moet vrij van houtvezel zijn, de breeklengte in zwakke richting moet minstens 2700 m bedragen, het aantal keeren dubbelvouwen minstens 100 maal. Verder moet ook pergamijn vrij zijn van metaaldeeltjes, vrij van zuur, alkali en andere oplosbare stoffen, uitgezonderd aluin. Het papier moet reukloos en giftvrij zijn, ondoordringbaar voor vet en vrij van gaatjes.

De genoemde normen worden aangegeven in de Warenwet. Het toezicht op de naleving hiervan berust echter niet bij de keuringsdiensten. Deze normen gelden voor de papierfabrikanten. De producten, die zij in den handel brengen, worden aan deze eischen getoetst.

De verschillende technische termen en gegevens vragen wellicht hier en daar nog eenige toelichting.

Papier van eenigszins goede kwaliteit moet vrij zijn van houtstof of houtslijp. Alleen papieren, die nooit langer hebben dienst te doen dan enkele uren bijv. krantenpapier worden uitsluitend van houtstof gemaakt, aan de bestendigheid wordt hier geen eisch gesteld. „Lijmvastheid” beteekent de mate van geschiktheid om het papier te beschrijven of te bedrukken. Inwikkelpapier moet dus lijmvast zijn, omdat het bijna steeds bedrukt wordt met firmanaam, aanduiding, reclame of iets dergelijks.

De breeklengte is een maat voor de stevigheid en draagkracht van het papier. Wanneer bijv. opgegeven wordt breeklengte 3000 meter, dan beteekent dit, dat een papierstrook breekt, wanneer deze belast wordt met het gewicht van een strook van hetzelfde papier en van gelijke breedte, maar van de lengte der aangegeven breeklengte. Het aantal keeren dubbelvouwen geldt als een maat voor de taaiheid van het papier. Geldt dus als eisch, 300 maal dubbelvouwen, dan moet het papier in zwakke richting 300 maal dubbelgevouwen kunnen worden, zonder in twee helften te vallen.

Van de kartons komen alleen voor de levensmiddelenverpakking in aanmerking, het karton voor vouwdoozen. Dit karton wordt in verschillende kwaliteiten onderscheiden. Bij alle soorten wordt geëischt, dat de lijmvastheid groot moet zijn, d.w.z. de kartons moeten beschreven of bedrukt kunnen worden. Zij mogen bovendien niet spoedig door regen of vocht week worden, waardoor de stevigte verloren zou gaan.