Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

paddenscheet, paddenschijt

betekenis & definitie

Onder scholieren schijnt de verwensing krijg de paddenschijt! zeer gebruikelijk. In het WNT, deel xii, 1, kolom 130, komt paddenscheet voor als ‘naam voor een of ander klein gezwel (gerstekorrel) op het oog, strontje’.

De naam is, nog steeds volgens dezelfde bron, ontleend aan het volksgeloof dat het vocht dat de pad uitschiet, schadelijk is voor de ogen. Een variant van dit paddenscheet is pad(de)nschijter dat in o.a.

Overijssel en de Meierij voorkomt. De verwensing drukt verzwegen onbehagen, minachting, ergernis en walging uit.

Aan de eigenlijke betekenis denkt men niet meer, zij wil zoveel zeggen als ‘laat mij met rust en ga weg’.