In een zeventiende-eeuws toneelspel, genaamd Ouden ende Jonghen Hillebrand [1639] van de hand van M. Voskuyl, komt de bastaardvloek by gantsch honde ‘bij de hond van God’ voor.
Ook hier weer een vloek waar met een van Gods schepselen gevloekt werd. Bij Bredero en Hooft komen wij gans hongden tegen voor (bij) Gods wonden. Mogelijk zijn al deze veronderstellingen niet juist en moeten wij uitgaan van een verbastering van bij Gods genade! Honden zal dan waarschijnlijk uit onde ‘genade’ misvormd zijn.
Mullebrouck (1984) kent voor Vlaanderen loop naar de hond zijn kloten!, een verwensing die op woede en minachting duidt en die weergegeven kan worden met ‘sodemieter op’. In Noord-Brabant kent men volgens Sanders en Tempelaars (1998) ga je hond likken! De emotionele betekenis ervan duidt vooral op minachting en kan het best weergegeven worden door ‘donder op’.
In mijn enquêtemateriaal komt de verwensing helemaal niet voor. Dat zou op veroudering of thuistaal kunnen wijzen.zie bok, das, gans1, haas, hart, kat, kieviet, koe, koekoek, konijn, muis, slak, varken, vink, wolf.