Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

God almachtig

betekenis & definitie

Wij kennen deze woordgroep uit de bijbel: “Godt Almachtig zegene U” (Genesis 28: 3) en “Wy daneken U, Heere Godt Almachtigh!” (Openbaringen 11: 17). Maar niet alleen in de bijbel komt de uitdrukking voor.

Vanouds vinden wij haar in de eedformule zo waarlijk helpe mij God Almachtig, een formule die gebruikt werd tot krachtige betuiging of plechtige verzekering van de waarheid. In het Middelnederlands also helpe mi God ... dat lek de waerheyt spreke! Vergelijk de Middellatijnse eedformule sic (illum) Deus adjuvet... ut veritatem dicat. De godheid wordt aangeroepen om degene die zweert op staande voet te straffen, als hij gelogen heeft.

Ijdel gebruik en meineed maken de formule tot vloek en uitroep van verontwaardiging, verbazing enz.Reeds in de Middeleeuwen ontwikkelt zich naast die eedformule de krachtterm en uitroep van ongelovige verwondering God al(le)machtig, die nog in het hedendaags Nederlands zeer gewoon is. In 1996 las ik bijvoorbeeld in de bundel Hoezo bezeten van Mart Smeets de volgende zin: “Godallemachtig, het is net of hij gemalen grind staat te eten, zijn zinnen lopen niet en hij is het nergens mee eens.” Gewoon is ook de verkorte vorm al(le)machtig, een uitroep van verbazing, ergernis, verwondering enz.