Door de duivel een pseudoniem te geven, vermijdt men het noemen van zijn naam, waardoor hij niet echt aan- of opgeroepen wordt (Rooijakkers 1994). Bij droeskop, alleen zeventiende-eeuws, schrijft het wnt “hetzelfde als droes, verg. ook drommelskop”.
Vindplaats o.a. bij W. Ogier [1682]. zie boze, derde maat, droelie, drommel, drommelskop, drumpel, duiker, duin, duivekater, duivel, duiventer, duizend, Heintjeman, Heintje Pik, Joost, nikker, pikken, vijand.