In Het Spel vanden heilighen sacramente vander Nyeuwervaert (vijftiende-eeuws) komt bij den billen als bastaardvloek voor. Met bil wordt hier volgens sommigen gedoeld op de bijlen waarmee het kruis van Christus gemaakt is.
Dat kan, maar is niet voor de hand liggend. In de 16de eeuw deed men een eed bi Gods billen of gewoon bi den billen. In Alle de geestige Werken van François Rabelais.
Uit het Fransch vertaelt door C. Gallitalo [1682] komt de bastaardvloek bij gans billen bloem voor.
Ik veronderstel dat bloem in de plaats is gekomen van bloed. Misschien moeten wij uitgaan van een verbastering bij Gods bil(len) en bloed. Niet alleen bij de billen van God kon men zweren. Men kon dat ook doen bij zijn eigen billen.
Als krachtterm komen dan ook voor: by myn belle, by mijn billen. Deze laatste blijven tot de 17de eeuw beperkt. Volgens Sanders en Tempelaars (1998) kennen Noord-Brabantse scholieren de verwensing ga je billen wassen! ‘donder op’.