Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

zoeterig

betekenis & definitie

(bn. en bw.) zoetig, zoetsappig, zoetelijk.

Over de fragiele stukken draagt de Chris Janssens-vrouw een grof gebreid lang vest, of een lange sjaal, en brede lederen ceinturen maken dat het geheel niet te zoeterig uitvalt. - DM, 03-08-2002.

<fig.> kinderachtig.