Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

vandoen

betekenis & definitie

- iets/niets vandoen hebben met, iets/niets nodig hebben.

- er iets/niets mee vandoen hebben, er iets/niets mee te maken hebben.

De grote hoop van Kevin: zondag spelen en... scoren. ‘En dat heeft niets met Westerlo vandoen.’ - HN, 02-11-2002.

- dat is niet vandoen, dat is niet nodig.