Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

privé

betekenis & definitie

(de), privésector (de) de particuliere sector, het bedrijfsleven.

Na nog een aantal politieke schandalen werd in 1998 de Public Interest Disclosure Act goedgekeurd, die de klokkenluider - ook in de privésector - beschermt tegen ontslag of andere nadelige gevolgen als hij een ‘concern’ (bezorgdheid) openbaar heeft gemaakt. - Knack, 19-02-2003.