Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

nap

betekenis & definitie

(de, -pen), napperon (de, -s) tafellaken, tafelkleedje, tafelloper.

In de ogen van Manet had een bloem, een citroen of een witte nap dezelfde waarde als een naakt of een gelaat. Dat leverde hem het verwijt op dat hij een uitstekend portrettist van meloenen was, maar dat hij zijn personages schilderde alsof ze stillevens, in het Frans natures mortes (dode materie), waren. - DS, 07-11-2000.

Zie ontbijtservet.