Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

coiffeur, coiffeuse

betekenis & definitie

(de, -s) kapper, kapster.

Vroeger hadden wij een kapper in de straat. Een echte. Als de zon scheen, stond hij buiten en keek je verwijtend na. Dat je het jezelf aandeed om met dit weer je haar zo lang te laten, ging duidelijk zijn kappersverstand te boven. Toen ik hoorde dat hij ermee ophield, wilde ik voor de laatste keer mijn haar door een heuse coiffeur laten knippen. - GvA, 24-07-2002.