(bolde, gebold) rijden, een afstand afleggen met een voertuig: die wagen bolt slecht
Alsof het niets is, bol ik even later het stadje Ath binnen - Aat pour les Flamands. - DM, 03-08-2002.
Het landschap oogt uitnodigend, de wegen bollen vlot. - Weekend Knack, 28-08-2002.
- dat zaakje wil niet bollen, dat zaakje wil niet vlotten, loopt niet vlot het bolspel, een soort werpspel spelen.