Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

akkoord

betekenis & definitie

- akkoord zijn met, akkoord gaan met, het eens zijn met.

- ik ben ermee (‘t) akkoord, ik ga ermee akkoord, ik ben het ermee eens.
- het akkoord krijgen van iemand, iemands fiat, instemming of toestemming krijgen.

Euphony België moest eerst het akkoord krijgen van de partners in Duitsland en Frankrijk. - HN, 21-12-2002.

- in akkoord met, in overleg met, met instemming van.