Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

aap

betekenis & definitie

domoor, ezel.

- iemand voor de aap houden, iemand voor de gek houden.

Omdat deze zelfgenoegzame burgers zichzelf voor aap houden en dus ‘te kwader trouw’ leven, worden ze door Roquentin voor ‘schoften’ uitgekreten. - DS, 29-06-1999.

- de aap uithangen, zich aanstellen.