South Australia, Britsche kolonie op het vasteland van Australië, beslaat het middengedeelte daarvan van de noord- tot de zuidkust; het noordelijk gedeelte der kolonie wordt Noord-Australië of Noorder-Territorie genoemd, terwijl de centrale streken tezamen Alexandraland worden geheeten. Oppervlakte: 2.341.611 km.2 (zonder Noord-Austr. en Alexandraland: 985.720 km.2), in 1901: 362.604 inw., meest Engelsehen.
Z. is in het z.o. bergachtig (Lofty- en Flindersgebergte, hoogste toppen ongeveer 1000 meter), met vruchtbare dalen; overigens vlak, niet onvruchtbaar, maar arm aan water. De grond bevat veel koper, lood, tin en petroleum; landbouw, veeteelt (vooral schapen), wijnbouw (1902: 2.078.000 gallons); industrie (1901: 17.315 personen), vooral hoogovenbedrijf, metaalbewerking en machinebouw; hoofdhandelsplaats in Adelaïde; in 1901 werd voor 8 millioen pond sterling uitgevoerd, vooral wol, tarwe en koper; scheepsverkeer in 1901: aangekomen 1072 schepen, tezamen 1.970.000 registerton; eigen vloot 1901: 217 zeil- en 109 stoomvaartuigen, tezamen 48.604 registerton. Spoorwegen in 1901: 3027 km.Z. is een Britsche kolonie met een eigen regeering, en maakt deel uit van de Australische republiek (Commonwealth of Australia). Zij wordt bestuurd door een gouverneur en 6 verantwoordelijke ministers, bijgestaan door een Wetgevenden Raad van 18 voor 9 jaar gekozen leden en een volksvertegenwoordiging van 42 leden, gekozen door alle kolonisten, mannen en vrouwen, die den leeftijd van 21 jaar bereikt hebben. Naar het Lagerhuis der Commonwealth van Australië vaardigt Z. 7 vertegenwoordigers af. Inkomsten in 1902: 2.668.000 pond st., uitgaven: 2.651.000 pond st.; schuld in 1902: 27.273.000’ pond st. De hoofdstad Adelaïde (in 1898 met naaste omgeving 147.400 inw.) is de eenige groote plaats.