Gepubliceerd op 14-03-2021

Yggdrasill

betekenis & definitie

Yggthrasill, in de noordsche fabelleer een groote boom (esch), welke uit het lichaam van Ymer opwies en de wereld ondersteunt. Deze boom had 3 groote wortels, van welke de een naar Jotunheim, d. i. het reuzenland, liep; de tweede strekte zich naar Asgard, ’t verblijf der Asen of góden, uit, en de derde, in tegenovergestelde richting, naar Niflheim, het nevelland.

Aan eiken wortel borrelde een bron; aan die in Jotunheim lag de wijsheidsbron van den reus Mimir. Aan den wortel in Asgard was de Urdar-bron of heilige bron van den tijd, op welken steeds twee witte zwanen zwommen. Hier stond de rechtbank der góden en men zag er een grot, waarin de Nomen of schikgodinnen woonden. Deze bevochtigden met het water uit die bron, dag aan dag, de takken van den boom. De naar Niflheim 'reikende wortel had in zijn nabijheid de bron Hvergelmir. Aan dezen wortel knaagden onophoudelijk allerlei afzichtelijk gewormte en slangen, als Svafnir, maar het meest van alle Niddhöggr, een groote, zwarte draak.

In den top van Y. zat een adelaar en tusschen diens o ogen de ha vik Vedrfölnir. Langs den stam liep de eekhoorn Ratatöskr aanhoudend op en neer en poogde tusschen den adelaar en Niddhöggr twist te stoken. Vier herten, Dam, Dvalinn, Duneyr en Dyrathror, stonden tusschen de takken, knabbelden aan het loof en aten de jonge knoppen. Onder den boom Y. lag Ymer geboeid en poogde van tijd tot tijd zich te bevrijden; deze pogingen veroorzaakten dan de aardbevingen.

< >