de beide politieke partijen in Engeland sedert de regeering van Karel II; oorspronkelijk schimpnamen, naar „Tar a ry” (kom, o koning) en „whig”, d. i. wei, een geliefkoosde drank der landlieden. Tegen 1680 kwamen deze namen meer algemeen in zwang.
Tegenwoordig beteekent tories de behoudende of conservatieve, whigs de meer vooruitstrevende partij.