Blaaspootigen, insectenfamilie van de orde der Rechtvleugeligen, zeer kleine insekten, die door hun lichaamsgedaante aan de Forficulinen en door den vorm en de stelling van den kop aan de Blattiden herinneren, maar welker tarsen uit twee leedjes bestaan en niet in klauwtjes maar in zuignapjes eindigen, terwijl bovendien de monddeelen, door de borstelvormige bovenkaken en de desgelijks verlengde onderkaken, een toenadering vertoonen tot die der Hemiptera. Hun vier vleugels, van welke ook de voorste vliezig zijn, zijn lang, smal, niet geplooid en met franjes bezet.
Eenige soorten blijven ongevleugeld. Velen bezitten het vermogen van door snelle ombuiging van het achterlijf voort te springen. De soorten, behoorende tot de geslachten Thrips (graanblaaspoot, zie ald., enz.), Melanothrips, en Phlaeothrips leven op bloemen en bladeren van verschillende planten en komen soms in groot aantal voor.