Fransch schrijver, vijfde der kinderen van Abel I van Cyrano, heer van Mauvières, Bergerac en Saint-Laurent, werd geb. 6 Maart 1619, noemde zich Bergerac, naar de gelijknamige heerlijkheid zijns vaders in het fransche departement Seine-et-Oise, kreeg zijn eerste onderwijs van een dorpsgeestelijke, studeerde vervolgens tot 1637 aan het college te Beauvais, nam het volgend jaar als garde-noble deel aan het beleg van Mouzon, nam daarop dienst bij de gendarmes van den prins van Conti, werd in 1640 voor Arras zwaar gewond, verliet hierop den krijgsd. leidde eenigen tijd een losbandig leven, trad a 1 s domestique i n dienst bij den hertog van Arpajon, en overl. in 1655, ten huize van een zijner bloedverwanten; gedurende zijn leven ging hij meer dan duizend duels Cyrano de Bergerac. aan, de meeste ter oorzake van spotternijen op de ongewone grootte en bijzonderen vorm van zijn neus. Zijn geschriften, door Ch. Nodier aan de vergetelheid ontrukt, zijn een afspiegeling van zijn karakter en levensopvatting; over het geheel smakeloos en vol gebreken in den stijl zijn zij op vele plaatsen frisch en levendig, soms geestig; onder zijn werken bevinden zich Lettres (in rhetorische gezwollenheid gestelde galante en satirieke brieven), verder L'histoire comique des états et empire de la lune, en: L'histoire comique des états et empire du soleil (reizen in den geest van Munchhausen-Verne naar zon en maan, met allerlei quasi-wetenschappelijke en satirieke bemerkingen, later door vele schrijvers, door Voltaire in Micromégas en door Swift in Gullwer nagevolgd); eindelijk een treurspel: Agrippina, en een blijspel: Le pédant joué (1654, waaraan Molière menige episode heeft ontleend).
Cyrano de Bergerac is ook de titel van een heroïsch blijspel in verzen, in 5 bedrijven, van Edmond Rostand, voor de eerste maal opgevoerd te Parijs in het theater Porte-SaintMartin, 1897, en dat enkele der komische avonturen van den titelheld tot onderwerp heeft.