is een rechtsmiddel om vonnissen, die niet of niet meer vatbaar zijn voor hooger beroep of verzet, onder bepaalde omstandigheden te doen herroepen. Het I Bk. 10en titel van B.
R. behandelt het R. Art. 382, noemt de gevallen waarin men zich van het R. kan bedienen. Het R. moet binnen drie maanden, na het vonnis of, zoo dit bij verstek is gewezen, van den dag waarop het niet meer vatbaar is voor verzet, waarover men zich beklaagt, met dagvaarding worden beteekend; deze termijn vangt in geval minderjarigen niet verdedigd zijn geweest voor dezen eerst aan op den dag der meerderjarigheid.