eigenlijk Rangawis, (Alexander Rizos) nieuwgrieksch staatsman, geleerde en dichter, geb. 8 Jan. 1810 te Constantinopel uit een aanzienlijke fanariotenfamilie, overl. te Athene 28 Jan. 1892. R. bezocht de krijgsschool te Munchen, doch wijdde zich weldra aan philosophische werkzaamheden; 1832 werd hij afdeelingis-chef bij het onderwijs, 1841 directeur der koninkl. drukkerij, 1842 raad in het ministerie van binnenl. zaken en 1845 professor in de archeologie aan de universiteit te Athene; van Febr. 1856 tot einde Mei 1859 was hij minister van buitenl. zaken; later gezant te Washington, Parijs, Constantinopel en Berlijn.
Zijn wetenschappelijke werken zijn hoofdzakelijk van archeologischen inhoud. Een verzameling zijner werken (Athene 1879 vlg.) bevat o. m. ook drama's uit de grieksche geschiedenis en blijspelen; vertalingen en verhalen in verzen en in proza. R. was ook medeoprichter van verschillende grieksche tijdschriften en schreef voorts een geschiedenis der nieuw-gr. literatuur.Zijn zoon Kloon Rizos R., geb. 10/22 Oct. 1842 te Athene, studeerde in Griekenland en vervolgens in Duitschland; na diplomatieke ambten bekleed te hebben in Washington (1868— 72), Weenen, Boekarest, Egypte (1880—82), Bulgarije, werd hij gezant te Petersburg, 1890 —93 en opnieuw sedert 1895 in Berlijn. Hij schreef drama's, lyrische gedichten enz.