klooster van Cisterciënser-nonnen niet ver van Versailles, in 1204 gesticht, speelde nevens het filiaalklooster Port-Royal de Paris in de Parijsche voorstad St. Jacques, dat 1636 door de abdis Angelica Arnaud, een zuster van Antoine Arnauld (zie ald.), gesticht werd, in de geschiedenis der Jansenisten (zie ald.) een groote rol, vooral sedert 1638, toen de voornaamste leden dezer secte zich in de nabijheid van het moederklooster vestigden en een school openden.
Tot deze „kluizenaars van Port-Royal” of „Messieurs de Port-Royal” behoorden de gebroeders Arnauld en J. Lemaitre, Nicole e. a.; in nauwe betrekking tot hen stonden o. a. Pascal (zie ald.), de kerkgeschiedschrijver Tillemont, Boileau, Racine, die ook een Geschiedenis van Port-Royal schreef (1693). Omdat zij weigerden, de pauselijke bullen tegen de Jansenisten te erkennen, werden de nonnen van Port-Royal onder Lodewijk XIV herhaaldelijk gestraft, Port-Royal in 1709 opgeheven en 1710 totaal verwoest.
