ijsvrije oorlogshaven aan de z.w. spits van bet schiereiland Liaoe-toeng, in het oostelijk deel eener rijkgelede, door een voorgelegen eiland beschermde baai en aan de lijn Nantsjoean-lin—P. der Mandsjoerijsche spoorwegen; heeft slechts een enkelen doch zeer diepen ingang. Door den onderkoning Li-hoeng-tsjang met ontzaglijke kosten tot een oorlogshaven eersten rang gemaakt, werd P. 22 Nov. 1894 na een korte beschieting door de Japanners ingenomen; bij den vrede van Sjimonoseki zou het aan Japan worden afgestaan, doch door de interventie van Rusland, Frankrijk en Duitschland bleef het aan China, kort daarop werd de haven en de plaats P. door de Russen bezet en China gedwongen beide met het gebied Kwanloeng voor 25 jaar aan Rusland te verpachten.
De vestingwerken werden daarop nog uitgebreid. In den russischjap. oorlog moest het zich evenwel, na een verwoed beleg, aan de Japanners overgeven (2 Jan. 1905).