1) grieksch schilder uit Amphipolis in Macedonië, leefde omstreeks 390 —350 v. Chr. en werd met Eupompus, wiens leerling hij was, de stichter der sicyonische schilderschool.
Hij had zeer veel leerlingen, onder wie Apelles de beroemdste is.2) Grieksch grammaticus uit Alexandrië, omstreeks 50 na Chr., schreef verschillende groote verzamelwerken; zijn hoofdwerk was een groot glossematisch lexicon in 9'5 dln., waarvan later door Diogenianus een bij Hesychius bewaard uittreksel gemaakt werd. Zijn werken werden om hun geleerden inhoud en geschikte indeeling voornamelijk door scholiasten en schrijvers van verzamelwerken gebruikt.
3) Presbyter te Caesarea in Palestina, opgeleid te Alexandrië, aanhanger van Origenes (zie ald.) en vriend van Eusebius van Caesarea, met wien hij een verdediging (apologie) van Origenes schreef, waarvan het eerste boek in de lat. vertaling van Hieronymus bewaard is. Hij was beroemd om zijn geleerdheid en de door hem te Caesarea met de grootste vrijgevigheid gestichte bibliotheek. Hij stierf 309 den marteldood.
