atheensch generaal en staatsman, overl. 413 voor Chr., was zeer rijk en betwistte aan het hoofd der aristocratische partij de leiding der openbare aangelegenheden aan Cleon, hoofd der volkspartij. In 425 werd hij tot bevelhebber van de vloot benoemd en ontnam den Spartanen het eiland Cythera; in 421 sloot hij het verdrag dat zijn naam draagt, vijftig jaar moest duren, maar slechts voor zeer korten tijd rust bracht in den Pelopomenischen oorlog; in 415 werd hij tegen zijn verlangen aangesteld als een der aanvoerders van de onderneming tegen Syracuse.
Toen hij het beleg van deze stad moest opbreken trachtte hij Catania te bereiken, doch werd door de overwinnende Syracusers omsingeld, gedwongen zich met zijn leger over te geven, naar de stad gevoerd en daar ter dood gebracht.