een door Moritz Honigmann te Grevenberg bij Aken uitgevonden stoomketel, die ten doel heeft voor locomotieven als anderszins stoom te leveren zonder direct stoken. De N. berust op het verschijnsel 'dat zekere zoutoplossingen, inzonderheid geconcentreerde natronloog, door stoom kunnen verhit worden tot een warmtegraad die boven de temperatuur van den stoom zelf ligt.
Van deze eigenschap trekt men partij door afgewerkten stoom te condenseeren in natronloog; de ontwikkelde warmte brengt dan weer nieuwen stoom voort; deze cirkelgang gaat zoolang door tot de loog in die mate verdund is, dat haar kookpunt het kookpunt van het water zoo nabij komt, dat geen stoom van voldoende spanning meer kan worden voortgebracht. De bij dit geheele proces verkregen winst aan warmte dankt men aan de scheikundige energie, vrij geworden bij de opneming van water door het natron.
