mexicaansch generaal, geb. 29 Sept. 1832 in de stad Mexico, diende reeds in 1847 met onderscheiding in den amerikaansch-mexicaanschen oorlog, werd 1858 generaal en bewerkte den val van president Comonfort. Met behulp der cléricale partij werd M. 2 Jan. 1859 tot president gekozen, doch 22 Deo. 1860 bij Calpulalpam door de liberalen onder Ortega geslagen en moest wijken voor Juarez en naar het buitenland vluchten.
In 1862 poogde hij met de Fransehen weder te landen, werd door deze echter reeds in Veracruz teruggezonden en leefde tot einde 1866 in Europa. Toen hij keizer Maximiliaans aftreden voor aanstaande hield, keerde hij' naar Mexico terug, stelde zich ter beschikking van den keizer en ondernam een tocht tegen Zacatecas, dat hij overrompelde, doch weldra weder ontruimen moest. Hij ontkwam naar Queretaro en kreeg Febr. 1867 het bevel over de geheele infanterie van het 9000 man sterke kleine leger. Begin Maart begon de belegering der stad door generaal Escobedo, wien het door het verraad van overste Lopez 15 Mei gelukte, Queretaro in te nemen. M. werd tegelijk met keizer Maximiliaan en generaal Mejia voor een krijgsraad gebracht en alle drie werden zij 19 Juni gefusileerd.