deensch schrijver, geb. 26 Oct. 1819 te Vordingsborg, redigeerde 1840—46 het humoristisch blad „Corsaren”, vervolgens de tijdschriften ,,Nord og Syd” (1847—59) en „Hjemme og Ude” (1861 opgericht); hij overl. 15 Aug. 1887 te Kopenhagen. Zijn novellen, als: En Jöde (1845), Hjemlös (1852—57), Arvingen (1867), Hamen (1866), Fortallinger og Skildringer (1863—65), Smaa Fortallinger (1839), Smaa Skildringer 1887) getuigen van een ongewone opmerkingsgave; vooral zijn jodentypen zijn belangwekkend; verder schreef hij reisschetsen, dramawerken (En Skavank, I den anden Yerden, Rabbien og Ridderen), benevens een werk getiteld: Livs-Erindringer og Resultaler (2 dln., 1877), dat een uiteenzetting van zijn levensbeschouwing bevat.
G. behoort tot de beste deensche vertellers.