Gepubliceerd op 20-01-2021

Max emil julien delbrück

betekenis & definitie

Duitsch landbouwscheikundige, broeder van Hans D. (zie boven), geb. 16 Juni 1850 te Bergen op Rügen, studeerde te Berlijn en te Greifswald in de scheikunde, en richtte in 1874 te Berlijn het met de hoogeschool van landbouwnijverheid in betrekking staande Institut für Garungsgewerbe op, welke instelling onder zijn leiding tot hoogen bloei kwam; in 1887 werd hij ook leeraar aan de hoogeschool voor nijverheid te Berlijn; met Marcker geeft hij het „Zeitschrift für Spiritusindustrie”, en met Hayduck het „Wochenschrift für Brauerei” uit; zijn wetenschappelijke arbeid heeft voornamelijk betrekking op de physiologie der gistingsmiddelen en hun practische bruikbaarheid. In 1899 werd hij hoogleeraar aan bovengenoemde hoogeschool.

< >