Gepubliceerd op 23-02-2021

Masayoshi matsoekata

betekenis & definitie

(graaf) japansch staatsman en financier, geb. omstreeks 1835, nam deel aan de beweging die den val van het shogunaat tengevolge had (1868), trad toen in dienst van de nieuwe keizerlijke regeering, werd gouverneur van Nagasaki, en kreeg in 1871 een aanstelling bij het ministerie van financiën. In 1874 onder-minister van financiën geworden, voerde hij o. a. een nieuwe grondbelasting in.

Als keizerlijk commissarisgeneraal voor de wereldtentoonstelling naar Parijs gezonden, bezocht hij 1878 ook Engeland, Duitschland, Nederland, Italië en België. In 1880 werd hij minister van binnenl. zaken; in 1881 verwisselde hij deze portefeuille met die van financiën, welke hij' tot 1891 behield; ook daarna, als premier van het kabinet, wat hij in laatstgenoemd jaar werd, bleef hij zich voornamelijk met de financiën bemoeien, tot hij in Juli 1892 met het geheele kabinet aftrad. Na den chineesch-japanschen oorlog werd hij in Sept. 1896 opnieuw met de vorming van een kabinet belast; hierin nam hij zelf weer de portefeuille van financiën; hij voerde nu den gouden standaard in, richtte verschillende banken op en reorganiseerde verder het kredietwezen. In Dec. 1897 afgetreden, werd hij in Oct. 1898, in het kabinet-Jamagata, ten vierde male minister van financiën; met de overige leden van genoemd kabinet trad hij in Oct. 1900 af. In 1902 deed hij een tweede reis door Europa. In 1903 werd hij tot lid v/d geheimen raad van state benoemd; hij wordt ook tot den raad der oude staatslieden (genro) gerekend.

< >