Ital. zoöloog en onderzoekingsreiziger, geb. te Perugia, 28 Oct. 1811, overl. 26 Aug. 1882 in het ital. station Let Maresia in Abyssinië, door hem zelf gesticht. Hij volbracht zijn voorbereidende studiën in zijn geboorteplaats en zette ze later te Rome voort; hij nam in 1845 met overtuiging deel aan den binnenlandschen strijd, en onderscheidde zich als hoofdman bij de verdediging van Rome tegen de Franschen.
Bij den intocht der Franschen week hij uit naar Athene, en vergezelde in 1854 vorstin Belgiojoso naar Syrië en Smyrna en doorkruiste gedurende de eerstvolgende jaren geheel KleinAzië; in 1859 begaf hij zich naar Egypte, en bereisde tot 1861, met Poggia de landen van den Boven-Nijl, waarna hij zich weder naar Italië begaf, zich daar eenige jaren ophield en het Italiaansch aardrijkskundig genootschap hielp oprichten (1867). Hij was aanwezig bij de opening van het Suez-kanaal en sloot zich in 1869 bij eene expeditie naar Abyssinië aan en verbleef aldaar langen tijd, de vruchten zijner onderzoekingen publiceerende in het orgaan van het Ital. Aardr. Genootschap Bulletino; naar Italië teruggekeerd werd hij secretaris (te Rome) van gemeld genootschap; in 1874 ging hij naar Tunesië, om de uitvoerbaarheid van het plan-Roudaire (een deel der Sahara onder water te zetten en in gemeenschap te stellen met de Middell. Zee) te onderzoeken. In 1876 verliet hij Napels aan het hoofd eener ital. expeditie naar Abyssinië (Goa), waar een deel onder Cecchi en Chiarini zich afscheidde en de reis naar Kaffa voortzette.