Gepubliceerd op 20-01-2021

Marcus zuerius boxhorn

betekenis & definitie

Nederl. geleerde, geb. 25 Sept. 1602 te Bergen op Zoom, kreeg in 1632 van de curatoren dci Leidsche hoogeschool vergunning om voorlezingen te houden over dicht- en redekunst, werd in 1633 buitengewoon en in 1640 gewoon hoogleeraar in de welsprekendheid, en kreeg in 1648 den leerstoel in geschiedenis; hij overl. 3 Oct 1653. Hij schreef een aantal geschiedk. werken, als: Nederlandsche Historiën (1644), Ghroniék van Zeelant (1644), enz

< >