Gepubliceerd op 23-02-2021

Loire-inferieure

betekenis & definitie

departement van Frankrijk, gevormd uit een gedeelte van de oude provincie Bretagne, begrensd door den Atlantischen Oceaan en de golf van Biscaye en de departementen Morbihan, Ille-et-Vilaine, Mayenne en Maine-et-Loire en Vendée, groot 124 vierk. mijl. De bodem is meestal vlak, slechts met lage heuvels bezet en voor het grootste gedeelte gelegen in het stroomgebied van de Loir; behalve deze rivier heeft het departement ook nog de Vilaine, met de zijrivieren Cher en Don en verder de meeste zijrivieren van de Loire.

Het bevat een groote menigte lagunen, waarvan de étang van GrandLieu de grootste van Frankrijk is. Het klimaat is vochtig, maar gezond; de bodem is over het geheel vruchtbaar. De landbouw staat op hooge trap van ontwikkeling; de voornaamste voortbrengselen zijn granen, wijn, vlas en veel vruchten. De wijnen zijn van minder goede kwaliteit. Men heeft er goed rundvee en veel schapen. De mineralen worden vertegenwoordigd door zout, steenkool, en ijzer.

Zeer belangrijk is de vischvangst, vooral de sardines- en kabeljauwvangst aan de kust. Het departement heeft zoutwerken en fabrieken van machines, chemicaliën, ijzerwaren, katoenen stoffen en suiker. De handel met Engeland, Mexico, Z.-Amerika en de koloniën is levendig. Het aantal inwoners bedroeg in 1903: 646.000; hoofdstad is Nantes.

< >