Gepubliceerd op 23-02-2021

Lijfsdwang

betekenis & definitie

dwang aan den lijve, gijzeling; vonnis uitvoerbaar bij L.: een vonnis dat de bevoegdheid verleent om een schuldenaar in gijzeling te stellen teneinde hemzelf of anderen te dwingen het verschuldigde te voldoen. L. kan o. a. plaats hebben: wegens bewaargeving uit noodzaak (zie Bewaargeving), voor de vergoeding van kosten enz. (de som van f 150.— te boven gaande), waartoe iemand jegens de beleedigde partij is veroordeeld ter zake van een strafbaar feit of eene onrechtmatige daad, tegen alle kooplieden voor handelsschulden.

In geen geval wordt aan kinderen en verdere afstammelingen L. toegestaan tegen hunne bloed- en aanverwanten in opgaande linie. L. mag nimmer worden ten uitvoer gelegd dan uit kracht van een vonnis, waarbij dezelve is uitgesproken. Verzet, hooger beroep of cassatie belet, wanneer het vonnis bij voorraad kan worden geëxecuteerd, het ten uitvoer leggen van den L. niet. Niemand kan ter zake van dezelfde schuld langer dan vijf jaren in gijzeling worden gehouden. Bij de uitoefening van L. is de schuldeischer verplicht iedere 30 dagen voor te schieten een toereikende som tot onderhoud van den gegijzelde, volgens een vastgesteld tarief; geschiedt dit niet voor den 31sten dag dan kan de gegijzelde zijn ontslag vorderen. De schuldenaar die op een wettige wijze is in gijzeling gesteld verkrijgt zijn ontslag: 1) door de toestemming van die hem heeft doen gijzelen, 2) door de betaling der verschuldigde gelden en van alle kosten, 3) door boedelafstand. Zie Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artt. 585—611.

< >