generaal der Syracusers, overl. 383 v. Chr., broeder van Dionysius den Oudere, ontnam den Carthagers in 397 Motya, en vernielde een carthaagsche vloot, welke Syracuse belegerde.
In 390 trok hij de stad Thorrii te hulp tegen de Lucaniërs en werd deswege door zijn broeder, die zulks had verboden, in ballingschap gezonden, maar toen de oorlog met de Carthagers andermaal ontbrandde werd hij teruggeroepen. Hij sneuvelde in den slag bij Cronium.