Fransch schilder, geb. 20 Juni 1833 te Hayonne, leerling van Madrazo te Madrid en van Cogniet te Parijs, schilderde vooral religieuse en geschiedkundige stukken en portretten. Als debuutstukken exposeerde hij in 1857 te Parijs drie portretten, in 1861 volgde zijn Adam et Evetrouvant Abel mort, een bijbelsch tooneel, in 1863 het portret van een ital. meisje, Maria, kort daarop zijn klein, doch beroemd stuk: Pèlerins au pied de la statue de saint Pierre a Rome, in 1866 zijn Paysans napolitains devant le palais Farnèse, een waardig tegenhanger van het voorgaande stuk.
Onder zijn grootere werken moeten genoemd een Saint-Vincent de Paul prenant la place d’un galérien (in de kerk Saint-Nicolas-des-Champs te Parijs), en een Assomption (kerk Saint-André te Bayonne). Het Christusstuk in het assizenhof te Parijs is ook van hem. Een reis naar het oosten (1870), verschafte den meester-kolorist nieuwe thema’s; Femme fellah, Barbier turc, enz. Na deze periode wijdde hij zich bijzonder aan het portretschilderen; dit zijn genre wordt gekenmerkt door kracht van teekening, levendigheid, bijna ruwheid van uitdrukking, vastheid, en treffende gelijkenis; hij portretteerde o.a. Victor Hugo, Thiers (Louvre), Pasteur, Dumas fils, Jules Grévy, Renan, Jules Ferry, Sady Carnot, Félix Faure, Joseph Bertrand, Cogniet enz.