Gepubliceerd op 17-02-2021

Léon halévy

betekenis & definitie

fransch dichter en letterkundige, geb. 14 Jan. 1802 te Parijs, overl 3 Sept. 1883, was een aanhanger en medewerker van Saint-Simon, werd vervolgens leeraar in letterkunde aan de Ecole polytechnique, wijdde zich sinds 1834 geheel aan de letteren. Beschikkende over een eleganten en vloeienden stijl, heeft hij zeer veel geschreven: poëzie, verhalen, vertalingen, tooneelstukken.

Vermeld moeten: la Peste de Barcelone (gedicht, 1822), les Cyprès (treurdicht, 1825), Poésies européennes (1827), Résumé de Vhistoire des Juifs anciens (1827), Résumé de Vhistoire des Juifs modernes (1828), bundels Fables (1840—56), la Grèce tragique (1845—61), en van zijn tooneelwerken: le Chevreuil (1821), le Duel (1826), VEspion (1828), César Démétrius (1829), Luther (1834), Léone Léoni (1837), Ce que fille veut (1859), Electre (treurspel, 1864).

< >