Gepubliceerd op 23-02-2021

Kalmukken

betekenis & definitie

het grootste der mongoolsche volken; zelf noemen ze zich Oirat, door de Tartaren worden zij Khalimak geheeten. Zij staan voor het grootste deel onder chineesche heerschappij, de rest leeft verspreid in Rusland.

De K. zijn voor het meerendeel heidenen. Zij bestaan uit vier hoofdafdeelingen: de Koschots, krijgslieden, die in de nabijheid van het Koekoe- of Blauwe meer wonen, hoewel een gedeelte naar het russische gouvernement Astrakan is uitgeweken; de Dsongaren, vroeger de machtigste afdeeling, thans door de Ohineezen bijna geheel onderworpen en verstrooid; de Derbets, die zich meest tusschen Wolga en Don, te midden van de Donsche kozakken ophouden, en de Torgots, die mede meest in Mongolië wonen, werwaarts zij zijn teruggekeerd, na zich lang aan de Wolga te hebben opgehouden. , Zij hebben groote kudden van paarden, kameelen, runderen en schapen. Ook bezitten zij een letterkunde, die echter voor het grootste gedeelte uit vertalingen van indische boeddhistische schriften bestaat. In het russische rijk zijn in het geheel circa 160.000 K. Over dit in menig opzicht zoo belangwekkende volk schreven o. a.: Bergmann, Nomadische Streifereien unter den Kalmücken (4 dln., Riga 1804—05), Howorth, Ristory of the Mongols from the !)th lo the 19th century (dl. 1 Londen 1876).

< >