duitsch godgeleerde, overl. 1804; voorn, werken: .Die Bestimmung des Menschen (Greifsw. 1748, nederl. vert., Amst. 1790), Religion, eine Angelegenheit des Menschen (Leipz. 1797), en Ueber die Nutzharkeit des Predigtamts (Berk 1772, nederl. vert. Leeuwarden 1772).
Zijn Lcbensbeschreibung, von ihm selbst anfgeselzt (Halle 1804) is uitgegeven door zijn zoon, Georg Ludwig S., geb. in 1762, overl. in 1811 te Berlijn als hoogleeraar in de oude letterkunde, die zich door onderscheidene philologische schriften en vooral door kritiek en uitlegging der werken van Quinctilianus heeft bekend gemaakt.