(vrijheer) reiziger, schilder en graveur, geb. te Weenen 1766, overl. te Parijs 1875, bereisde Zuid-Afrika, legde zich daarna te Parijs op de schilderkunst toe, nam dienst in het leger en streed in Egypte. Om na de capitulatie van Menou niet in de handen der Engelschen te vallen, vluchtte hij naar de oostkust van Afrika, bereikte de portug. bezittingen aan die kust, Madagascar en Ile de France en keerde van daar naar Frankrijk terug.
Eenigen tijd daarna vergezelde hij Surcouf op diens tocht naar de Indische zee en gedurende de eerste jaren der Restauratie maakte hij een reis door Chili, Guatemala en Mexico. Na zijn terugkomst in het vaderland wijdde hij zich voornamelijk aan de schilderkunst, het graveeren en het teekenen op steen. Hij vervaardigde de beide stillevens: De oude wereld, egyptische, grieksche en romeinsche oudheden voorstellend, en De nieuwe wereld, vertegenwoordigd door oudheden uit Mexico en Midden-Amerika (1867); Ariadne geeft Theseus den draad voor het labyrinth (1869); Ariadne door Theseus op Naxos verlaten (1870); en schreef Voyage archêologiquc et piltoresque dans le Yucatan. (1837).