Oostenr. dichter, geb. te Weenen, 24 Jan. 1755, overl. 1 Mei 1797. Hij studeerde in de rechten, en werd in 1794 secretaris van het Burgtheater.
Voorn. werken: „Gedichte” (Halle, 1780; — „Doolin von Maynz” (Leipz. 1787); — „Bliomberis” (1791). Zijn volledige werken zagen in 1821 te Weenen in 10 deelen het licht.