Nederl. rechtsgeleerde en letterkundige, geb. 1756, overl. 1827, was raadsheer bij het hooggerechtshof in Den Haag, bewerkte een uitgave van Gherard van der Schuere’s Tewthonista of Duytschlander, met Steenwinkel ook een uitgave van Maerlant’s Spieghel Historiael, en schreef onder medewerking van Steenwinkel Taélkundige mengelingen (6 stukken, 1781—86), en gaf voorts Bijdragen tot de oude Nederlandsche letterkunde (1819) en een Vertoog over het aantal handschriften, door Huidecoper gebruikt bij de uitgaaf der Rijmkronyk van Mélis Stoke (1825) in het licht.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk