nederlandsch toonkunstenaar, geboren en overleden te ’sGravenhage, 1816—91; zijn ouders bestemden hem voor lithograaf en deden hem later eenigen tijd in den muziekhandel, maar stonden hem ten slotte toe de lessen aan de muziekschool te Den Haag te volgen. Daar werd zijn „O sa- ; lutaris” voor mannenstemmen door Toonkunst bekroond, trad hij met succes als pianist op, (o. a. in een quatuor brillant van eigen com- I positie), schreef hij een ouverture (bekroond door Toonkunst), en erlangde hij een stipendium van den koning.
Toen ging hij naar Keulen bij Jozeph Klein contrapunt en fuga studeeren, ! stelde zich daarna te Leipzig onder leiding ! van Mendelssohn, die hem zeer genegen was, verkeerde daar met Schumann en diens vrouw, | Clara, en werd directeur van „Euterpe”. ; 1842 bezocht hij het vaderland, waar hij op uitnoodiging van Willem II een concert van zijn eigen composities gaf, met zulk succes, dat hij tot ridder van de Nederl. Leeuw benoemd werd. Kort hierop werd hij directeur der Kon. hofmuziek te ’s Gravenhage. Door den dood van Willem II verloor hij dien post, maar niet lang daarna werd hem de directie der Rotterdamsche afdeeling van Toonkunst aangeboden. Voorts werd hij dirigent der concerten van „Diligentia” te ’s Gravenhage, van „Felix Meritis” en de Caeciliaooncorten te Arnhem en van de vocale concerten van Toonkunst te Amsterdam. Ook leidde hij het eerste groote muziekfeest van Toonkunst te Haarlem, met J.
B. van Bree, en dat te Rotterdam alleen. V. was een vruchtbaar en verdienstelijk componist, o. a. cantaten voor het Rembrandt- (Amst. 1855), Schiller- (Rotterd. 1859), Tollens- (Rotterd. 1861), Vondel- (Amst. 1869) en Piusfeest (Amst. 1871). voor 4 25-j. regeerings-jubilée van Willem III (1874) en voor de opening der Intern. Tentoonstelling te Amsterdam (1883); voorts schreef V. vooral kerkmuziek, missen, requiems e. a., die thans na de bekende „motu proprio” bij het officie niet meer mogen uitgevoerd. Als dirigent stond V. zeer hoog aangeschreven. In Amsterdam draagt een der straten in den omtrek van het Concertgebouw zijn naam: Johan Verhulststraat.
