zoon van Saul, tweede koning van Israël, eigenlijk Esbaai geheeten (1 Kron. 8 : 33; 9 : 39). Hij werd na den dood van Saul door elf stammen (alle behalve Juda) als koning erkend; maar het hart van het volk keerde zich weldra van hem af en toen .zijn voornaamste steun, Abner, door hem met woorden beleedigd, tot David overliep, meenden twee oversten van zijn leger zich zeer verdienstelijk te maken door hem uit den weg te ruimen.
Zij deden zulks en brachten zijn hoofd naar Hebron, maar David deed hen daarvoor ter dood brengen. I. had 2 jaren geregeerd en was 42 jaar oud geworden.