Gepubliceerd op 23-02-2021

Ijsbergen

betekenis & definitie

in zee drijvende groote en compacte ijsmassa’s, die ontstaan doordat de gletschers van de poolstreken, b.v. in Groenland, hun tong of uiteinde een eindweegs in zee voortschuiven, waar er dan groote stukken van afbreken; of wel doordat drijfijs en ijsvelden door de werking van het water op elkander worden geschoven en zich zoo opstapelen. De ijsbergen steken soms meer dan 100 meter boven de oppervlakte van het water nit; daar het ijs (zie ald.) een geringer soortelijk gewicht heeft dan het water, is het boven water uitstekende gedeelte gemiddeld slechts V7 van de geheele hoogte, die bij de zooeven genoemde ijsbergen derhalve 700 a 800 meter bedraagt.

Door polaire stroomingen worden ijsbergen dikwijls ver meegevoerd in de richting van den equator, in den Atl. oceaan tot ter hoogte van den 36sten noorder- en 37sten zuiderbreedtegraad. Niet zelden dragen de ijsbergen groote steenmassa’s en gruis (zie Moraine) mee; vroeger geloofde men. dat al het materiaal van het noordsche diluvium in Duitschland, Nederland, Schotland enz. door ijsbergen was aangevoerd (drifttheorie), wat echter een dwaling is gebleken, daar dit vervoer hoofdzakelijk door de stroomen is geschied. De ijsbergen leveren voor de scheepvaart groot gevaar op.

< >