Hesperiden

betekenis & definitie

in de grieksche mythologie de dochters van Atlas en Hesperis (volgens anderen echter van andere afkomst), gewoonlijk vier in getal: Aegle, Arethusa, Erythia en Hesperia (of Hesperethusa); zij bewaakten in ver in het westen gelegen tuinen, bijgestaan door den altijd waakzamen draak Ladon, de gouden appels van een boom, welken de godin Gaea uit haar schoot liet spruiten om aan Hera, bij dier huwelijk met Zeus, een kostbaar geschenk (het symbool van vruchtbaarheid en liefde) te geven. Een der twaalf werken van Heraeles (zie ald.) was het halen van deze appels.